Leesfragment De heks van de bibliotheek

De heks van de bibliotheekHieronder een leesgragment uit De heks van de bibliotheek van Christien Boomsma. Een spannend en avontuurlijk verhaal over een meisje dat in de bibliotheek uit haar dorp een andere wereld ontdekt. Bezoek ook de website van de auteur op www.christienboomsma.nl

Filou was drijfnat. Haren sliertten langs haar wangen en in haar nek. Dikke druppels liepen over haar voorhoofd en haar jas was zwaar. Haar laarzen waren achtergebleven in het zwarte water.
‘Oh shit!’ zei ze.
Onder haar handen voelde ze gras. Niet het stugge, stijve wintergras dat naast de rivier groeide, maar zacht en jong, als op een lentedag. Maar het was geen lente en het was geen dag. En toch hing de zon witgeel in een strakblauwe lucht.
Hoestend krabbelde ze overeind. Om haar heen staken donkere, gladde stammen de lucht in. De bast van de bomen glom donkerblauw en de bladeren leken dunne, kriebelige vingers. Ze stonden in een wijde cirkel rond iets dat op een meertje of een bron leek. Een spoor van modder en gebroken riet liep van de rand naar Filou. Het water was zwart en vast heel diep. Het zonlicht drong niet door tot de bodem.
Ze haalde diep adem en snoof de lucht. Waar wás ze?
De Sleutelsteen klemde ze nog altijd in haar hand. Koud nu, als een gewone steen. Het zilveren licht was weg. Maar Filou wist dat de stéén dit had gedaan. Er moest een poort geopend zijn toen ze hem omhoog hield. Zoals eens Shohana… Ze rilde plotseling.
Het land achter het water.
Het water van de bron was glad als een spiegel. Ergens begon een vogel te zingen.
‘En hoe kom ik nou terug?’
Ze ging staan en hield de Sleutelsteen in de lucht. Er gebeurde niets. Geen warmte, geen prikkeling, geen poort. Ze zwaaide ermee, riep ‘sesam open u’. Er verscheen geen weg naar huis.
‘Oh shit,’ zei Filou nog eens.
Ze slikte zenuwachtig. Dit was erger dan opgesloten zitten in een oude kerk. Wie kon haar hier vinden?
Plotseling prikten tranen in haar ogen. Filou wreef ze weg met haar vuist. Huilen is stom. Huilen maakt het erger. Maar haar gezicht bleef gloeien, zelfs toen ze zich naar het water boog en het over haar gezicht spatte.
Toen voelde ze het.
Het was geen écht gevoel, zoals van vingers, of kriebelende haren, maar het gevoel dat je krijgt wanneer iemand naar je kijkt. Een soort weten.
Filou boog zich dieper tot haar neus het water raakte. Haar hart hamerde. Was ze dan niet alléén door de poort gekomen? Was Brenaris haar gevolgd, zoals ze ooit Shohana achterna was gegaan? Of…
Langzaam schoof ze achteruit en tilde haar gezicht op.
Het was niet Brenaris. Aan de overkant van de bron hurkte een meisje. Zelfs van deze afstand zag Filou dat ze een lichte huid had, bijna wit. Haar lange blonde haren waren niet gevlochten, maar op een wonderlijke manier gedraaid. Een scheve pony viel over donkere ogen met brede wenkbrauwen. Haar jurk was saai grijs, maar wanneer ze bewoog viel het zonlicht op gouden draden in de stof. Naast haar stond iets dat leek op een kan of een ketel. Het glansde als pas gepoetst zilver, maar had een gelige tint.
‘Mesen,’ zei het meisje zacht. ‘Etan es ti her. Azu ruofan?’
Filou beet op haar lip. Ze begreep er geen woord van.

Lees ook:Boektrailer: De heks van de bibliotheek
Lees ook:De heks van de bibliotheek
Lees ook:De man zonder gezicht – Andreas Palmaer
Lees ook:Leesfragement: Ivanne – De Titanium Uil (deel 1)
Lees ook:De hemel begint bij je voeten – Jandy Nelson

Geen reacties // Reageer

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd met *

Naam

Website

Het kan vijf minuten duren voordat nieuwe reacties zichtbaar zijn.

De volgende HTML tags en attributen zijn toegestaan: <a href="" title=""> <abbr title=""> <acronym title=""> <b> <blockquote cite=""> <cite> <code> <del datetime=""> <em> <i> <q cite=""> <strike> <strong>