Het is deze week Poëzieweek en daarom wordt er hier iedere dag extra aandacht besteed aan kinderpoëzie. Vandaag is alweer de laatste dag van deze bijzondere week aangebroken en daarom gaan we vandaag het boek De Nederlandse kinderpoëzie in 1000 en enige gedichten bespreken.
Dit boek is namelijk een bijzonder naslagwerk van dichter Gerrit Komrij (1944-2012) waarin hij maar liefst vijf eeuwen literatuurgeschiedenis samenbrengt. Deze 1040 pagina’s tellende bloemlezing bevat gedichten uit allereerste middeleeuwse vertellingen tot de kindergedichten van nu.
Critici noemen het “een hebbeding voor kinderen van alle leeftijden” en “een feest der herkenning”. Komrij heeft ons vaak verrast met zijn keuzes en ook in dit boek staan niet alleen maar gedichten die veel zijn geprezen of geleerd moeten worden op scholen, maar vooral ook gedichten die je op straat hoort en nog dagelijks worden gebruikt.
Naast bekende gedichten van Hiëronijmus van Alphen, Annie M.G. Schmidt en Willem Wilmink bevat de bundel onbekende bakerversjes, abecedaria, aftelrijmpjes en nonsensgedichten. Een voorbeeld van een gedicht is Edward van de Vendel’s ‘Vis’:
Visje wil iets zeggen,
Visje kijkt me aan.
Visje tuit zijn lippen,
Maar ik kan hem
niet verstaan
nooit en nergens kan ik horen
wat visje van me wil:
ik ben waterwoordendoof,
visje mensenstemmenstil.
Titel: De Nederlandse kinderpoezie in 1000 en enige gedichten
Auteur: Gerrit Komrij
Uitgeverij: Prometheus
ISBN: 9789044621730
Voor kinderen van alle leeftijden, maar ook voor volwassenen.
Lees ook:Poëzieweek: Vis – Edward van de Vendel
Lees ook:Kinderboekenweek 2008 van start
Lees ook:Poëzieweek: Een gekke naam – Marianne Busser & Ron Schröder
Lees ook:Poëzieweek: Vreemde vogel – Hans & Monique Hagen
Lees ook:Poëzieweek: Voor het slapen – Margreet Schouwenaar